Een weddenschap is een kansspel waarbij elke speler een inzet inbrengt en waarbij winst of verlies wordt opgeleverd die niet afhangt van een daad gesteld door de speler, maar van de verwezenlijking van een onzekere gebeurtenis die zich voordoet zonder tussenkomst van de spelers. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen onderlinge weddenschappen en weddenschap tegen notering.
Er zijn 3 soorten weddenschappen, die allemaal onder de bevoegdheid van de Kansspelcommissie (KSC) vallen.
- weddenschappen op evenementen of gebeurtenissen
- weddenschappen op sportevenementen
- weddenschappen op paardenrennen.
De KSC treedt ook op tegen verboden weddenschappen (bv. hanengevechten).
Bij weddenschappen op paardenrennen kan u aan de volgende weddenschappen deelnemen:
- onderlinge weddenschappen op paardenwedrennen die in België plaatsvinden;
- onderlinge weddenschappen op paardenwedrennen die in het buitenland plaatsvinden;
- weddenschappen tegen notering op paardenwedrennen die in België plaatsvinden;
- weddenschappen tegen notering op paardenwedrennen die in het buitenland plaatsvinden.
Weddenschappen mogen enkel worden afgesloten in wedkantoren of kansspelinrichtingen klasse IV. Er is een onderscheid tussen de vaste wedkantoren (kansspelinrichtingen klasse IV) en de tijdelijke wedkantoren ter gelegenheid van een (sport)evenement (mobiele kansspelinrichtingen klasse IV): de bookmakers.
Buiten deze vaste en mobiele wedkantoren kunnen ook weddenschappen worden aangenomen:
1. door de dagbladhandelaars bij wijze van nevenactiviteit;
2. binnen de omheining van de renbaan.
Om weddenschappen te organiseren heb je een vergunning F1 van de KSC nodig. Een vergunning F2 dient om weddenschappen aan te nemen voor rekening van een vergunninghouder F1. Net zoals bij de casino's en speelautomatenhallen moet het personeel in een wedkantoor een vergunning D hebben.